Agenda
MuseaInfrastructures communalesZalen te huur

Hortamuseum

Adres :
Amerikastraat 25
1060 Brussel

Contact
info@hortamuseum.be
www.hortamuseum.be

Voorzitster van de Beheerraad: Charles picqué
Conservateur: Benjamin Zurstrassen

 

 

site web


De architectuur van Victor Horta (1861-1947), kenmerkend voor de Art Nouveau, onderscheidde zich door een radicale revolutie qua volumes en vormen. Met krommingen en nieuwe materialen creëerde deze architect een originele stijl, door technieken uit de industriële constructie te gebruiken voor de versiering van burgerhuizen. De gebouwen gelegen Amerikastraat 23-25 te Sint-Gillis zijn de perfecte belichaming van deze duidelijke tendensen van de architectuur van Horta. Zij werden opgericht tussen 1898 en 1901. Het waren het atelier van Horta en zijn persoonlijke woning. Horta, grote vernieuwer, toont de bouwstructuren en creëert daarbij een subtiele band tussen versiering en constructie. De spelingen van licht en perspectief zijn er opmerkelijk.

Bij de terugkeer van een van zijn reizen in 1919 verkocht Horta het huis en het meubilair werd verspreid. De woning had verschillende eigenaars totdat het huis in 1961 verkocht werd. In dat jaar, de honderdste verjaardag van de geboorte van Horta, besloot de Gemeenteraad van Sint-Gillis, voorgezeten door Burgemeester Jacques Franck en sterk aangemoedigd door de hardnekkigheid van Jean Delhaye – die leerling en later medewerker was van Horta – de woning aan te kopen voor openbaar nut, met als doelstelling het werk van de architect te bevorderen en te redden. Het gebouw, dat in oktober 1963 bij Koninklijk Besluit geklasseerd werd, bleef enkele jaren leeg staan maar de Gemeente Sint-Gillis moedigde in 1969 de oprichting aan van de vzw Hortamuseum, opgericht onder voorzitterschap van Burgemeester Jacques Franck, die zijn oorspronkelijke wens tot werkelijkheid maakte: het huis in de Amerikastraat een Hortamuseum zien worden. Dit zou ingehuldigd worden op 8 maart 1969. Het is slechts twee jaar later, in 1971, dat de Gemeente Sint-Gillis het gebouw kon kopen van het nr. 23 in de Amerikastraat, waar Horta zijn atelier had ingericht.

Bij zijn oprichting organiseerde het Hortamuseum diverse tijdelijke tentoonstellingen over Horta en zijn creaties, of over andere thema’s of kunstenaars die in verband stonden met architectuur of met Art Nouveau en de periode ervan. Mettertijd kon het museum niet meer beantwoorden aan de steeds strenger wordende museumvereisten. Wegens redenen van temperatuur of bewaking van de kunstwerken bijvoorbeeld aanvaardden de andere musea niet meer om hun stukken uit te lenen voor tijdelijke tentoonstellingen. Zo ook wenste het museum de schade aan het gebouw en het atelier, veroorzaakt door het inrichten van deze tentoonstellingen en het talrijke publiek dat zij lokten, zoveel mogelijk te beperken. Dus koos de Beheerraad van het Hortamuseum ervoor om dit soort activiteiten niet verder te zetten en zich uitsluitend te concentreren op de bewaring en de promotie van het huis van Victor Horta. Nochtans werkt het museum verder mee aan de organisatie van tentoonstellingen buiten zijn muren, in België en in het buitenland.

Het Hortamuseum heeft binnen zijn muren een opmerkelijk documentatiecentrum geschapen dat voor iedereen toegankelijk is. Het is samengesteld uit persoonlijke archieven van Horta, voor een groot deel gerecupereerd door Jean Delhaye bij de weduwe van Horta en in bewaring gegeven door zijn stichting, uit een fotoarchief gewijd aan zijn oeuvre en uit een weergaloze bibliotheek gespecialiseerd in werken over de Art Nouveau. Deze voorraad wordt regelmatig aangevuld door nieuwe aankopen, door schenkingen en uitwisselingen met Belgische en internationale instellingen. Anderzijds verwerkt en archiveert het museum van bij zijn oprichting systematisch elk artikel over Horta en zijn werk. Daarenboven heeft het museum een zeker aantal wetenschappelijke werken, gidsen, catalogi en postkaarten uitgegeven. Het centrum wordt bezocht door vele vorsers en studenten en, meer algemeen, door iedereen die zich interesseert voor Horta of Art Nouveau.

De Vrienden van het Hortamuseum omvat ongeveer 350 personen. Zij verlenen praktische en financiële steun aan het museum. Zo staan zij met name vrijwillig in voor de verkoopdesk van het museum, de bookshop – die verschillende artikels voorstelt -, en organiseren reizen rond Art Nouveau. Het aldus bekomen geld wordt hoofdzakelijk geïnjecteerd in de restauratie van het meubilair en van de binnendecoratie van het huis.

De Stichting Jean en René Delhaye, opgericht in 1990, steunt de projecten voor werken en herstelling van het gebouw. Zij verzamelt al het meubilair en de documentatie die in het museum in bewaring gegeven worden.

De vzw Hortamuseum verzekert het beheer en de goede werking van het museum en ijvert voor de verspreiding van het gedachtegoed en het oeuvre van de architect. Zij neemt alle middelen te baat om het erfgoed van Victor Horta te beschermen en wordt geholpen door het Gemeentebestuur van Sint-Gillis buiten alle politieke, taalkundige of filosofische beschouwingen om. Deze steun wordt namelijk vertaald door de aanwezigheid van een schepen uit Sint-Gillis bij het voorzitterschap van de vzw. Daarenboven kon het museum ook genieten van de materiële en financiële bijdrage van Jean Delhaye, van de “Vrienden van het museum”, van de Franstalige Gemeenschap van België, van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en van private mecenaten voor de wedersamenstelling van de oorspronkelijke binnendecoratie van het huis en voor het opmaken van het globale restauratieplan ingevoerd in 1992 onder impuls van Martine Wille, Voorzitster van de vzw Hortamuseum sinds 1988. Het welslagen van de vzw is de Openbare overheden met de private sector te hebben kunnen verenigen voor het tot stand brengen van de financiering van de gehele dynamiek van het Hortamuseum. In 2000 werden deze inspanningen en investeringen aangemoedigd door de inschrijving van het gebouw, en van drie andere werken van Horta, in het werelderfgoed van de UNESCO.

De rode draad van het beheersbeleid van het Hortamuseum is het beschermen, restaureren en promoten van het erfgoed waarvoor het instaat, alsook de architecturale en decoratieve opvatting die Victor Horta had toen hij het gebouw ontwierp zo getrouw mogelijk weder samen te stellen door middel van een aankoopbeleid of door het ontvangen van schenkingen. Dit zijn de doelstellingen van het Hortamuseum ondanks de beperkte financiële middelen ten overstaan van de omvang van deze taak. Het museum, dat het hoofddeel van ons erfgoed is, wordt bezocht door een toenemend aantal bezoekers. Meer dan 56000 personen hebben het huis van Horta ontdekt in 2003. Het museum, dat geklasseerd is bij het werelderfgoed van de UNESCO, draagt op internationale schaal bij tot de uitstraling van Sint-Gillis. Het museum probeert op korte en lange termijn het moeilijke evenwicht te bewaren tussen de economische beperkingen en de patrimoniumvereisten. Zo worden de groepsbezoeken ’s morgens georganiseerd en zijn de individuele bezoeken in de namiddag voorzien. Anderzijds is het team van het Hortamuseum doordrongen van de constante zorg om nieuw publiek aan te trekken tot de Amerikastraat, en in het bijzonder de Brusselaars en de kinderen. In deze geest zou aan de andere kant van de Amerikastraat, tegenover de woonst van Horta, een plaats het daglicht moeten zien die gewijd is aan de tijdelijke tentoonstellingen en aan de activiteiten van pedagogische aard.